Morgen begin ik echt

Al járen zeg ik tegen mezelf dat ik graag columns wil schrijven. Ik zie het helemaal voor me: rake observaties, een vleug humor, misschien zelfs iets dat iemand anders raakt of aanzet tot denken. Maar tot nu toe? Nog nooit één woord op papier gezet.

Niet omdat ik het niet wil. Integendeel. Maar ergens tussen het idee en de uitvoering gaat het mis. Dan wil ik eerst precies weten wat ik wil zeggen. En hoe. En of het wel goed genoeg is. En of iemand er eigenlijk wel op zit te wachten. Dus schuif ik het voor me uit. “Later. Als ik tijd heb. Als ik scherp ben. Als ik weet waar ik moet beginnen.”

Herkenbaar?

Voor veel hoogbegaafde volwassenen is uitstelgedrag geen luiheid, maar een mengsel van perfectionisme, overprikkeling en overanalyse. We denken veel. En snel. Maar juist dat denken maakt het starten soms zó groot, dat het verlammend werkt.

Dus bij deze: mijn eerste column. Niet perfect. Misschien niet wat ik bedoelde. Maar wél geschreven. En dat is, voor vandaag, precies genoeg.